Spanje en Portugal

Na China, Centraal-Azië en het Midden-Oosten én Mexico ben ik eindelijk in Europa aangekomen, na een lange reis.

                                   Cai LUN, el hombre que inventó el papel

                                         Origens del papel a Xàtiva

Van Noord-Afrika ging het naar Zuid-Europa, waar omstreeks 1140-1150 en mogelijk al in het jaar 1056 in Spanje en wel in Xàtiva ( Ja’tiva ) bij Valencia, voor het eerst papier werd gemaakt door de bezetters van het Iberisch Schiereiland ( Spanje, Portugal, Gibraltar en Andorra ), de Arabieren, de Moren. In de 10e en 11e eeuw werd in Spanje papier gevonden dat gemaakt was van vlas- en hennepresten, gemacereerd in kalkwater en geplet in of onder of tussen molenstenen. Hieronder een gravure van Xàtiva uit 1349.

Hier maakte men papier (onder de Moren) door o.a. gebruik te maken van rijststro.

Het oudst bekende papieren document, een literair werk, uit de oude christelijke wereld is het Mozarabisch Missaal in het klooster van Santo Domingo de Silos. Het is het eerste voorbeeld van Europees papier, uit 1036.  

Na het vertrek van de Moren uit Spanje ontstond in Valencia een belangrijke papierindustrie, mede door de vlasteelt (voor linnen) in de buurt.

De vervaardiging van papier had een ambachtelijk karakter in Spanje tot de tweede helft van de negentiende eeuw, toen het in grote hoeveelheden begon te worden verkregen met hout als grondstof. Tot die tijd werd papier met de hand gemaakt van oude vodden die in het water lagen te rotten, geslagen en versnipperd in een volmolen bestaande uit houten hamers aangedreven door een waterrad. De verkregen pasta werd uitgespreid op frames van dunne metalen zeven waardoor het water kon weglopen, waardoor een zacht vel overbleef dat op een zeer droog vilt werd geplaatst. De bladeren werden vervolgens gestapeld en geperst, aan elkaar gelijmd nadat ze waren ondergedompeld in een gelatine- of beenderlijmbad.

Deze ambachtelijke vervaardiging van papier vereiste veel mankracht: arbeiders, leggers, pilateros, dragers om vodden te brengen, om het papier te verplaatsen, om brandhout te brengen, enz.

Er werden vrouwen in dienst genomen, die verantwoordelijk waren voor het selecteren van de lappen die de voddenrapers in zakken droegen en voor esquinzar of desquinzar, die de lap in kleine stukjes moest breken met het juiste mes of desquinzar. Bij ons in Nederland werd dat gedaan met een soort zeis, die op een bankje werd gemonteerd.

In 1714 stichtte een chirurgijn uit Manresa een papierwatermolen in Capellades, de Cal Mata. Die dokter heette Gaspar VILASECA, de grondlegger van een papierdynastie in Spanje.

El Papel, Meravellosa Invenció

In Valencia is een papiermuseum gevestigd in de Villa Rosario, het Museu Valenci ‘ del Paper. Om de 2 jaar wordt er een tentoonstelling gehouden van papieren kleding in alle vormen. Zoiets is/was ook te zien in het Coda-museum in Apeldoorn, in augustus 2023. Zie Sun Lee hieronder in zwart/wit.

In Capellades, 60 kilometer van Barcelona, ligt het Museu Moli Paperer de Capellades, gevestigd in een oude papierfabriek, genaamd Moli de la Villa, nabij de rivier Anoia. Hieronder een paar oude foto's van "heul vruuger, lang geleje"", ofwel "hace mucho tiempo atrás en el dia".

Hieronder zie je, hoe een watermerk in een weefraam wordt geborduurd. Rechts een schepraam van Capellades.

Het museum ligt er sinds 1961 en is de moeite waard, omdat het de historie van het hand-geschept papier laat zien, alsmede oude gereedschappen, zoals de antieke en bij ons nooit gebruikte glashamer, om het papier te satineren, glad te maken.

Fijn, dat die daar nog is én hieronder te zien. Pal hieronder hangt het papier van Capellades te drogen en het hangkruis ligt nog op tafel. En in 2024 konden de kinderen er papier scheppen om kroontjes mee te maken. 

In Korea kende ze ook zo’n apparaat en daar noemde ze het dochim. Er zijn vele manieren om iets zacht te maken, wat toch maar goed is in deze tóch harde wereld, waarin wij leven.

Het museum is in een groot, vierkant gebouw gevestigd, 4 verdiepingen groot en een opper-vlakte van 2200 vierkante meter. Dat vierkante is typisch voor Spaanse papiermolens, met op de bovenste verdieping de droogzolders met grote windgaten. Dat zien we wel vaker, toch ?

Hierboven zie je een opengewerkte papiermolen met alle verdiepingen voor de diverse activiteiten.

Naast de molen ligt het La Bassa, een natuurlijke bron, die dagelijks 12 miljoen water geeft.

In de buurt ligt ook nog de oude, uit 1771 stammende Moli de Cal Titllo, gebouwde door Joan Marra I Romani ( op sluitsteen boven de deur gebeiteld ).

Er ligt ook nog een andere papiermolen in Catalonië en wel in Torre del Claramunt, de Guarro Casas, opgericht in 1698 door Ramon Guarro.

In 1773 geeft Koning Karel III aan de eigenaars Francesco en Pedro Guarro belastingprivi-leges, als dank voor de hoge kwaliteit van hun papier.

Speciaal is, dat in deze papiermolen speciaal papier werd gemaakt voor de kunstenaars Picasso, Miró, Dali en Garcia Lorca. Wat een eer.

De molen van Guarro Casas maakte papier met lange vezel en dat alles in het dorp Gelida.

Uiteindelijk komt deze molen onder de vleugels van het bedrijf Arjo-Wiggins, met papier-molens in Spanje, Schotland, Engeland en ja, zelfs in China, de bakermat van dit alles.

Het gaat maar door en verder en nog steeds zijn we niet in Nederland. Effe geduld nog !

Het gaat zelfs nog naar het buurland Portugal, deel van het Iberisch Schiereiland, maar éérst nog even langs een papierwatermolen in Spanje, die van 1390 tot 1934 als zodanig gewerkt heeft en waar, net als uit de molen van Guarro Casas ( hierboven beschreven), papier voor een andere Spaanse beroemdheid ( Cervantes ) werd geschept. Misschien waren ze daardoor ook wel opscheppers naast scheppers. In ieder geval schiep het een band. Ik ging dus nog even langs:

                              " El Molino de Papel de la Cartuja de El Paular "

Hieronder staat het Karthuizer klooster van El Paular, waarvan de 1e steen werd gelegd in 1390 door Johan I, koning van Castillië.

Deze papierwatermolen werd aangedreven door het water van de rivier Lozoya en het gebouw bestond al vóór 1396 en was van oorsprong een zaagmolen. Later werd het dus een papier-molen, beïnvloed door Catalaanse monniken, die vanuit Tarragona, uit het Karthuizer klooster daar, naar El Paular kwamen. 

Tijdens de 17e eeuw verwierf de papiermolen / -fabriek van El Paular prestige, tot het punt dat het de beroemdste en belangrijkste papiermolen in Castillië werd. Het fijne papier werd verkocht in Madrid, in de z.g. Lonja de las Cuatro Calles.

De oorspronkelijkheid van het Catalaanse papier uit de papiermolen van El Paular werd bevestigd door het filigraan ( watermerk of anagram ) van die molen, alsmede door het symbool van de Karthuizers. In het boekje hieronder wordt de hele geschiedenis van El Paular wetenschappelijk beschreven. Un reto ant el futuro, ofwel een uitdaging voor de toekomst.

Hieronder staat het wapen, symbool van de Karthuizer orde. Misschien is het andere merk, watermerk, wel een soort kroon, met daaronder een gestylleerde letter M en weer daaronder de naam El Paular, zoals op de kaft van het boek hierboven. Dit is slechts gissen, geen zekerheid. Het Karthuizer motto luidt: "Stat crux dum voluitur orbis ", ofwel : " Terwijl de wereld draait, staat het Kruis ".

Ik had het eerder over het papier voor een andere beroemdheid. Welnu, ik bedoelde dus de schrijver Miguel de Cervantes Saavedra, die zijn beroemde boek "El ingenioso hidalgo Don Quixote de La Mancha " schreef in 1605. Het boek gaat dus over die andere molenliefhebber Don Quichot van La Mancha, die met Sancho Panza rondtrok. De drukker van dat boek destijds was Juan de la Cuesta en de boekhandelaar Francesco de Robles waren vaste klanten voor papier van de Karthuizer monniken. De vellen papier voor de 'editio princeps' van Don Quichot, de eerste gedrukte editie uit 1605, die in het huis van De la Cuesta werd gedrukt, kwamen dus uit El Paular, getuige het watermerk, het filigraan. Hieronder staat nog een schilderij van Don Quichot en Sancho bij een watermolen in de Lozoya-vallei.

Als ik de voorbije regels over Don Quichot nog eens lees, moet ik denken aan een reisverslag, dat kort in een van mijn molenboeken staat vermeld. Ik heb het dan over 'Viaje de la Alcarria' van de Nobelprijs-winnaar voor literatuur 1989, de Spaanse schrijver Camilo José Manuel Juan Ramón Francisco de Jerónimo Cela Trulock, Markies van Iria Flavia.  Men mag hem ook gewoon Camilo José CELA noemen.

Zijn motto, wapenspreuk, dat ook in zijn heraldisch schild staat, luidt: 'El que resiste gana',  wat betekent: ' Hij die zich verzet wint'.

In zijn hierboven genoemd boek 'Reis naar de Alcarria schrijft Cela over een groep mensen, die aan de deur van een huis zit, een oude 'Kuippapierfabriek', in de schaduw van een Anosa-walnotenboom, oftewel 'antigua fábrica de papel de tina a la sombra de una añosa noguera. Één van de mensen zit hieronder het boek over die reis naar Alcarria te lezen. Mooi papieren kunst-werk van Emma Taylor.'

Deze Cela won ook nog de Cervantes Prijs.

Zijn grootste roman was 'De Bijenkorf', waarbij ik onmiddellijk moet denken aan de beroemde papierwindmolen 'De Vergulde Bijkorf' in de Zaanstreek, uit 1699. Hierboven staat hij.

Alcarria is een streek in Spanje, waar Don Quichot en zijn knecht Sancho ook zouden kunnen hebben rondgezworven. In dit gebied lagen destijds ook veel papierwatermolens. Ik denk dan aan de papiermolen in de Vega de Quadro in Pastrana, aan de rivier de Arles. Dan is er nog die in Mandayona, de Casa Molino de Papel. Een belangrijke stad voor de papierindustrie was Capellades, een Catalaanse stad naast de koninklijke weg, die Catalonië, Aragon en Castillië verbond. In 1714 b.v. stichtte Gaspar Vilaseca een papierwatermolen en slaagde erin  om 16 molens te verwerven ( waaronder die van Cal Mata uit 1714, Cal Separa, Cal Castells enz), die qua water werden gevoed dankzij een ondergrondse bron / vijver, La Bassa, van Capellades, die 12 miljoen liter per dag aanvoerde. 

De oude papierfabrieken in Madrid. De papierfabrieken die in de provincie Madrid werkten waren deze:

1.- Rascafría. De molen die ze "de los batanes" noemden, bestond een paar jaar voor 1390, het jaar waarin koning Juan I van Castilië in de omgeving het klooster van El Paular stichtte waar-toe het behoorde. De broeders kregen toegang tot de molen via de nabijgelegen brug van Vergeving, die bewaard is gebleven.

In de zestiende eeuw werd het papier, dat in deze molen werd verkregen, veel gebruikt vanwege de goede kwaliteit. Met dat papier werd het eerste deel van Don Quichot in 1604 gedrukt in het atelier van Juan Cuesta, dat zich bevond aan de Calle de Atocha in Madrid.

Aan het einde van dezelfde eeuw werkten er 60 werknemers in deze fabriek, die 5.000 pakken papier per jaar produceerden, die in Madrid werden verkocht.

Aan het begin van de negentiende eeuw behoorde de molen nog tot het klooster. In 1824 werd het omgevormd tot een papierfabriek met zes cilinders die 68 pakken per dag produceerde en 30 of 40 arbeiders van beide geslachten in dienst had.

De papierfabriek was toen eigendom van andere eigenaren en werd definitief gesloten toen de Lozoya-rivier werd gekanaliseerd om water naar Madrid te leveren.

2.- Orusco. In deze stad Madrid werkten vanaf het eerste derde deel van de achttiende eeuw twee belangrijke papierfabrieken aan de oevers van de rivier de Tajuña.

De molen genaamd "de arriba", vanwege zijn ligging, werd in de vroege jaren van de eeuw gesticht door D. Juan de Goyeneche. Het was een van de industriële faciliteiten gecreëerd door deze edelman in Nuevo Baztán en in nabijgelegen steden.

De molen werd door de eigenaar beschouwd als "een van de belangrijkste juwelen die hij had aan de rivier de Tajuña. ": ... een van de belangrijkste juwelen die ik heb aan de Tajuña-rivier en die ik in deze mayorazgo verwerk, is de papierfabriek die ik van zijn fundamenten heb vervaardigd.

Na de dood van D. Juan de Goyeneche ging de molen over op zijn oudste zoon, Francisco Javier, bij testament verleend op 16 maart 1733. Het werd toen gevormd door 32 palen met hun hamers, 4 wielen, 2 kuipen en andere noodzakelijke accoutrements, en had ongeveer 30 mensen in dienst.

In de molen werd fijn, dun en drukpapier vervaardigd.

Rond 1770 verpachtte de kleinzoon van D. Juan de Goyeneche de molen hierboven aan  D. Lorenzo Guarro, Catalaan, en kort daarna werden jaarlijks 4.000 pakken papier verkregen.

De molen hieronder werd in 1733 gesticht door D. José Solernou, waarschijnlijk Catalaans, met licentie en faculteit gegeven door de Royal General Board of Commerce and Currency op 23 februari van dat jaar. Het kostte meer dan 24.000 pesos en had 4 wielen, 2 kuipen en 24 batterijen met elk 3 hamers.

Om in zijn papierfabriek te werken, bracht Solernou verschillende Catalaanse families naar Orusco.

Toen Solernou in 1736 stierf, gaf hij de molen door erfenis door aan de priester Nicolás de Gozque, aan wie koning Ferdinand VI bij decreet van 21 januari 1747 de franchises en genaden die zijn voorganger in het bedrijf had gehad met zes jaar verlengde, met de verplichting om elk jaar 4.000 pakken papier te vervaardigen.

Zoals Nicolás de Gozque, priester, mij voorstelde dat door de dood van José Solernou door erfenis in hem viel, de molen en papierfabriek die in de termijn van de stad Orusco van de partij van Alcalá de Henares, aan de oevers van de Tajuña, zeven liga's van dit Hof, gemaakt met huis, kantoren en instrumenten met licentie en faculteit die werd gegeven door mijn Koninklijke Algemene Raad van Koophandel en Valuta in 23 van februari 1733, die ten koste van meer dan 24.000 pesos had gebouwd en vervaardigd met 4 wielen, 2 kuipen, 24 batterijen met elk 3 hamers en de zweepvernuft waar 20 pakken foliepapier, tweede sterk en afdrukken ... Ik ben gekomen om Nicolás de Gozque en zijn erfgenamen en opvolgers nog zes jaar lang dezelfde franchises en genaden te verlenen die hem werden verstrekt door de drie uitgedrukte koninklijke besluiten met de verplichting om elk jaar 4.000 pakken papier te maken ...

D. Nicolás de Gozque, de meesters, officieren, leerlingen, enz. waren vrij van alle beroepen en lasten, quinta's en heffingen voor soldaten, kazernes, de bouw van bruggen en elke andere lading.

Karren en paarden die vodden en papier naar Madrid of andere onderdelen reden, konden niet in beslag worden genomen, behalve in het geval dat ze voor de dienst van het Koninklijk Huis waren.

De eigenaar en andere personen ten laste van de molen zouden vrijstelling genieten van alle reële en gemeentelijke rechten van 30 arrobas wijn en 4 van olie, elke maand.

In de twee papierfabrieken van Orusco moeten de meeste van zijn buren werkzaam zijn geweest, die in 1752 nog maar 80 waren.

In 1764 bezat hij de molen D. José de Gozque.

In 1826 waren de twee papierfabrieken van Orusco nog in bedrijf. Een paar jaar later werkte er maar één omdat de ander in de steek werd gelaten. Aan het eind van de eeuw was de situatie hetzelfde.

3.- Ambiet. Naast het bijwonen van de gehuurde molen in Orusco, stichtte D. Lorenzo Guarro een andere in Ambite. In 1780 werden er volgens het verhoor van Lorenzana 2.500 ruimen in verkregen.

4.- San Fernando de Henares. In het midden van de achttiende eeuw was er in deze stad een papierfabriek die een kort leven had, net als de rest van de faciliteiten die er waren, die die plaats moest verlaten vanwege een epidemie die veel doden veroorzaakte.

Naast de reeds genoemde Rascafría-fabriek waren er nog andere in Colmenar Viejo, Manzanares el Real, Lozoya en Morata de Tajuña. Deze laatste werd in de tweede helft van de negentiende eeuw gesticht met behulp van de kracht van een waterval. In zijn hoogtijdagen produceerde het 900.000 tot 1.000.000 kg papier per jaar.

 

 

 

 

 

                                     Portugal dus !

In 1411 werd op de rivier de Lis, in de plaats Leiria, mogelijk de eerste papierwatermolen van Iberia gelegd. Hij was speciaal daartoe gemaakt.

De ruimte is ook nog functioneel als oliemolen en gedurende de 20e eeuw was het ook nog een graanmolen, wat binnen nog te zien is.

Dat was de Moinho do Papel do Lis,  nabij de Ponte dos Caniços.  Hij ligt aan de Rua Roberto Ivens, 1, 2400-103, Leiria en heeft het emailadres: moinhodopapel@cm-leiria.pt

         

Het molengebouw, nu een museum, is destijds gerestaureerd door de beroemde architect Siza Vieira.

Een ander mooi museum in Portugal is het Museo do Papel Terras de Santa Maria in Paços de Brandão. Sinds 1708 is papier belangrijk in de geschiedenis in de gemeente Santa Maria da Feira. Het museum is opgericht in 2001 en gevestigd in een voormalige papierwatermolen die in 1822 werd opgericht. 

 

Met papiermuseum heeft als belangrijke missie, de herinneringen aan het maken van papier te bewaren. Ik kan dat alleen maar onderstrepen ( met mijn goudkleurige Waterman-vulpen ). Hieronder ziet u een video-film over het museum. Het handgemaakte  papier heeft zijn eigen kenmerken, zoals de baarden, onregelmatige papierranden aan alle vier de zijden, waardoor het een eigen differentieel karakter krijgt dan machinaal papier. Ook is er de isotropie, de vezels in alle richtingen, waardoor het papier zich in alle richtingen identiek gedraagt ,overal even sterk is en het vel zijn vorm behoudt. Door de isotropie blijft het in vorm.