Korea
Koreaans papier of Hanji, traditioneel, handgemaakt papier, van de binnenschors van de papier-moerbei of Broussonetia papyrifera.
Hieronder wordt papier geschept op de inheemse Koreaanse methode, Webal tteugi. Men begint met een frontbeweging ( récht van je af en weer terug ) ofwel Apmuljil, waarna de zijdelingse beweging ( naar links en rechts ) ofwel Yupmuljil volgt. Als laatste volgt het afvegen van de dunne pulp, waarbij het schepraam, een bamboe-filter eigenlijk, diagonaal op de rand van het bad ligt. Zó is er een vel papier, bijna een papierfilm, ontstaan met een dikte van 0,05 milli-meter. De productie van 1 vel Hanji-papier vereist ongeveer 20 stappen. Op het laatst wordt een vel papier gedroogd op een verwarmde muur en gebeukt/geslagen ( Dochim ) om de glans, de sterkte en de elasticiteit te verbeteren. Een manier van "Kalanderen".
Bij het maken van het papier wordt het slijm van de wortels van een soort Hibiscus, de Abelmoschus manihot, gebruikt. Deze stof helpt de afzonderlijke vezels van de binnenschors, om in het water op te lossen. Hieronder staan de 3 "goden" van het papier maken, waaronder de Koreaanse monnik Damjing of Doncho.
De andere zijn Ts'ai LUN en de Japanner Mochuzuki Seibei.
jong-i yeogsasang se gaji widaehan ileum-eun da-eumgwa gatseubnid

Er wordt bij het maken van Hanji-papier gebruikt gemaakt van een techniek, die dochim wordt genoemd en overeenkomt met de, bij ons niet gebruikte, gladhamer maar wel elders in Europa en de wereld. Het is een methode, een afwerkingsproces, om de vervaardigde en uitgespreide vellen papier te beuken met een grote stamper, om de vezels te verdichten en inktbloeding te verminderen, dan wel tegen te gaan. Hieronder staat werk van de Koreaanse kunstenares Sun Lee, die in het papiermuseum CODA in Apeldoorn exposeerde in augustus 2023. Ook zij werkte met Hanji-papier om tunieken, vesten en blouses te maken. Op de YouTube-film is te zien hoe zij te werk gaat. Heul erg interessant en intensief. Die techniek van papier weven heet heel mooi "JI SEUNG ". In 2025 was de Koreaanse PAPIER-kunstenares Eunhee CHO met haar papieren juwelen in het CODA-museum. Zij schreef over deze website het volgende:



"I also sincerely appreciate the valuable information you shared ( deze website !). You have organized such extensive content about paper in a very systematic way, your dedication is truly impressive! It will be of great help to me.
I am truly grateful once again. Warm regards, Eunhee CHO. Hieronder twee witte Ji Seung-kunstwerkjes van Eunhee.


Het beuken, dat dochim wordt genoemd, is in feite ook een satinage-methode om het papier glad te maken. Buiten Nederland waren, voor zover bekend, tot nu toe, twee satinage-methodes in gebruik.
" 마스터 페이퍼메이커 = meester-papiermaker = maseuteo peipeomeikeo "
"아르노 얀센 제지 기계 애호가 = aleuno yansen jeji gigye aehoga "
Bij de ene manier werd het papier, vel voor vel, glad gestreken met een agaatsteen en bij een andere wijze werd het papier, in dunne pakjes op elkaar, glad gehamerd met een grote, door het waterrad aangedreven gladhamer. Hieronder staat er een.

In het begin volstonden wij, om het voldoende glad te krijgen, met het veelvuldig persen en verheffen om een gladdig effen oppervlak te krijgen, met enige korrel of vezel, om weerstand te bieden aan de schrijvende ganzenveer, waardoor de inkt van de pen kon vloeien.
Later kwam de kalander als satinage-apparaat. Deze kalander of glansrollen bestonden uit twee hardhouten rollen, waartussen de dunne pakjes papier werden gemangeld, net als vroeger thuis het natte wasgoed door de mangel werd gedraaid.
Weer later, met beter inzicht, werd het papier tussen twee gladgepolijste kartonbladen geplet of tussen twee gepolijste zinkplaten gewalst.

De papiermaker op de foto hierboven, Jacques Bréjoux, hield in 2016 in zijn molen, Moulin du Verger, gelegen in de gemeente Puymoyen in de Charente, regio Nouvelle Aquitaine, in Frankrijk een Hanji Happening. Het Koreaans papier is beroemd.
Zó verliep het allemaal gladjes.
De échte gladhamer kun je, in het Museo moli Paperer de Capellades in Spanje, aan het werk zien, in feite als een soort dochim.

Het verhoogt de gladheid, maar creëert ook glans en een zachter textuur, zonder pluis. Eigenlijk wordt het papier een soort van gevold. Dit papier, het Hanji dus, is beroemd in heel Azië om zijn witte kleur en extreme duurzaamheid.
Hanji’s gouden eeuw piekte in de Goreyeo-periode van 918-1392. De kwaliteit en het gebruik van het papier nam toe.
Er is zelfs nog een brief op Hanji-papier uit, let op, 1289, door de Grote Khan van Mongolië, gericht aan Filips IV van Frankrijk, ook wel De Schone genoemd. Die brief was overhandigd door de Europeaan Buscarello de Ghizolfi, als ambassadeur van Mongolië in Frankrijk.
Ik wil nog wel "iets" vertellen over Hanji heden ten dage en het huidige belang van dat speciale Hanji-papier. Dat begint eigenlijk, net als bij ons, in een papiermolen, en wel in de:
Jang J i Bang
Koreaanse Papiermolen
In Zuid-Korea, in Gapyeong-gun, provincie Gyonggi-do, ligt de Jang Ji Bang van meester-papiermaker ( maseuteo jejigong ) Jang Seong - Woo, 4e generatie. De overgrootvadervan, de stichter zeg maar, gaf het vak door aan zijn grootvader Jang Se - kwon, die het weer overdroeg aan zijn vader, de Grootmeestervan de hanji-kunst in Korea, Jang Yong - hoon. Deze laatste "maître" ontving ooit de Onderscheiding nr. 117 voor Belangrijke Immateriële Culturele Eigendommen. Dus, Jangs werkplaats heet Jangjibang, papierwerkplaats van de Jang-familie. Het is een plek waar het traditionele Hanji-maak-proces bewaard is gebleven, van generatie op generatie doorgegeven. De laatste meester Jang Seong - woo is niet alleen técnhnisch uitzonderlijk, maar in tegen-stelling tot andere Hanji-werkplaatsen streeft hij ernaar om zo dicht mogelijk bij de eeuwen-oude Hanji-maakmethode te blijven.
Hij verbouwt zelfs zijn eigen Hanji-ingrediënten; moerbeibomen/struiken en cassave-hibiscus ofwel maniok-hibiscus. Dit onderscheidt hem overduidelijk van andere goedbedoeleden. Hij gaat heel ver om in de buurt van perfectie te komen. In zijn jeugd zag hij zijn vader Jang Yong -hoon regelmatig Hanji-papier maken. Misschien zat het papier maken in zijn genen, maar de vaardigheden van de jonge Jang waren uitzonderlijk. Hij was net als zijn vader van de manier waarop hij ingrediënten mengde tot de voorzichtige manier waarop hij met de kwetsbare vezels omging. Het échte Hanji-papier-maken werd pas zijn roeping, levenswerk, toen een Japanse kunstenaar in zijn werkplaats, in de Ji Bang, kwam om Hanji-papier te bestellen. De Japanner boog diep ( fukai ojigi ) voor de oude Grootmeester Jang Yong - hoon. Hij, de Japanner, had eindelijk iemand ( nou ja, niet zomaar iemand !) ontmoet die "ÉCHT PAPIER" maakte. De Japanner vertelde, dat hij door heel Korea had gereisd, voordat hij het werk van zijn vader zag en besefte, dat zijn vader een échte Hanji-meester, een "maseuteo jejigong" was. Op dat moment wist Jong Seong - woo, dat dit een trots werk was en waar hij zijn leven aan kon wijden. Naarmate hij zich meer en meer met Hanji bezighield, veranderde zelfs zijn persoon-lijkheid. Wanneer hij Hanji maakt, bevrijdt hij zijn geest van onbelangrijke en negatieve gedachten. Hij beseft, dat innerlijkre rust de sleutel tot zijn werk is. Het Hanji-maken gaat mis, als hij het te druk heeft. Het voelt alsof het papier weet, wanneer hij boos is of gekwetst. Het leeft in Seong - woo's gedachte; het papier weet het écht. Als ik b.v. opgewonden of enthousiast ben, lukt het niet om het papier goed te filteren. Dan stop ik. Ik heb een vrije geest nodig als ik papier maak. HANJI dus ! Het wordt gemaakt van de binnenbast van de moerbeiboom, omdat de vezels lang en sterk zijn. Het moeten wel inheemse moerbeibomen zijn voor de traditionele Hanji. De moerbei, die tussen oktober en februari worden gekapt, zijn de beste. De binnenbast wordt verwijderd, door het hout 6 tot 7 uur te laten stomen. Vervolgens wordt de as van sojabonenstelen, boekweitstelen en peperstelen ge,mengd met water om een soort pekel te vormen, waarin de de geschilde en geweekte bast nog eens 8 tot 9 uur wordt gekookt. De gekookte moerbei wordt heel zacht en kan met de hand worden gereinigd van onzuiverheden en vlekken, totdat de bast heel blank, wit is. De oude moeder van Seong - woo, de 80-jarige J Jeong - ja, doet dit werk al 50 jaar, 8 uur per dag. Het goeie moederke helpt hem, omdat het hartverscheurend is om hem helemaal alleen te zien werken. De door de oude ambachtsvrouw schoongemaakte bast wordt vervolgens grondig vermalen en gemengd met water. Er wordt een pulpextract van de wortel van de casave-hibiscus aan de gemalen bast toegevoegd en dan kan eindelijk het "scheppen" beginnen.


Maak jouw eigen website met JouwWeb