Italië en Zwitserland

Fabriano werd gesticht in de 11e eeuw. Destijds bestond het uit Castelnuovo en Castelvecchio, van elkaar gescheiden door de rivier Giano.

Toen in de 13e eeuw de productie van papier op gang kwam, werd het een welvarende stad en werden de twee Castels verenigd tot Fabriano.

Via de oostelijke kant kwam het papier vanuit Azië naar Europa en wel naar Italië, waar in 1276 in Fabriano,  in de provincie Ancona, twee papiermolens werden gebouwd. 

In deze oudste  papiermakersstad van Italië fungeert de religieuze papiermakersbroeder-schap  Pia Universita nog steeds.  

In Fabriano is ook een papiermuseum, het Museo della Carta e della Filigrana, gevestigd in een oud klooster. Ook in de provincie Macerata, in Pioraco, is een papiermuseum en werd in Pioraco sinds lange tijd papier gemaakt. De papiermolen lag op de Potenza-rivier.

Het schijnt, dat beroemde kunstenaars zoals Michelangelo en Raffaello Sanzio al gebruik maakten van het papier uit Fabriano; Michelangelo middels een geschreven brief uit 1514.

Dit is wetenschappelijk vastgesteld aan de hand van de watermerken in het papier. Bewijs van echtheid werd zo alweer geleverd.  

Maar er is meer op papiergebied. Zo is er de Artica Cartolerica Libreria Lotti uit 1735. Deze Cartieri Miliani is de beroemdste papierfabrikant van de stad Fabriano.

In de Bottega Artigiane in Fabriano maakt ene Sandro Tiberi op traditionele wijze papier, zeg maar, hij schept op de oude manier papier én genoegen daarin.

De Kruisvaarders brachten het papier maken hier naartoe. Zes jaar later ging men het water-merk al gebruiken. In Bologna werd het watermerk voor het eerst gebruikt in 1282. Lees verder voor het watermerk in het hoofdstuk Merken, Maten en Méér.

Vermoedelijk hebben de Kruisvaarders de kunst van het papiermaken afgekeken bij de papiermakers rond Damascus. Het zou zomaar kunnen, niet ? 

Omstreeks 1350 werd er ook al in Padua en Treviso papier gemaakt. Het nieuwe papier ( i.p.v. perkament en papyrus ) was destijds misschien ook wel op een of andere manier bedreigend, omdat het inderdaad geheel nieuw was.  

“ Onbekend maakt onbemind “ gold toen ook al !  

Daarom verbood Frederik II, koning van Sicilië, het gebruik van de nieuwe ontdekking papier, omdat het, in vergelijk met het toen gangbare perkament, zo vergankelijk was. Wist hij veel. 

Een andere slimme man uit het verleden, Alphons de Wijze, koning van Castilië, verbood ook het nieuwe fenomeen papier en beval énkel perkament te gebruiken voor documenten.  

Watermerk

Papiermakers  in Bologna, Italië,  gebruikten als eersten een watermerk, een 'signum', in het papier. Dat was in het jaar 1282.  De watermerken werden gebruikt door de papiermakers als identificatie van hun eigen product. Deze merken werden én worden ook voor postzegels, papiergeld en andere officiële documenten ingezet als bescherming tegen namaak en ter datering van dat document én het aantonen van de echtheid. Een watermerk liegt niet !

Wat is dat,  een watermerk, precies, vraag ik me dan af ? Een watermerk is een gedeelte van papier, dat opzettelijk dunner, dikker of allebei is gemaakt en zichtbaar wordt bij  doorvallend licht.  Op de plaatsen, waar meer papiervezels  zitten,  geeft dit een donkerder effect dan op de plaatsen waar minder papiervezels zitten. 

Men kent een “Lijnwatermerk”, een verdikking of een verdunning in het geschept papier en een “Meertonig lijnwatermerk”, een verdunning én een verdikking in het papier. 

Het watermerk is een deel van het papier; het zit er in !  

Fraaie tekst: “Zij hebben Gods Watermerk ontvangen om door Hem en de mensen gedragen te worden. Dat de weg voor hen open ligt naar Geluk”.

Wordt hier wellicht de doop bedoeld ? 

Naast het begrip “watermerk”, het “Filigree”, het "Signum", is er een wetenschap, die zich daarmee bezighoudt, namelijk: 

Filigranologie

Dat is watermerkwetenschap en gaat wetenschappelijk om met watermerken. Het vertegenwoordigt dus de materiaalgeoriënteerde, historische hulpwetenschap, die papieren getuigenissen onderzoekt, bijvoorbeeld documenten en manuscripten. 

Naast het omgaan met de watermerken zelf, hun productie én hun vervalsingen, is een belangrijke taak van “Filigree”,  de datering en oorsprong-onderzoek van historische documenten. Het zit in die documenten “geschept”. 

In de Kersttijd van 2020 las ik in de krant, dat een 100-jarige een brief van de Koning had ontvangen, een brief met een écht watermerk. Leuk, dat het nóg steeds 'indruk' maakt. 

Los van al het papier maken en papierwatermolens, kwam ik, net als in La Douce France, watermolens tegen, die van boomvruchten olie maakten. In de Toscane ligt een van de oudste watermolens van Italië, namelijk in het gehucht Ronta van de gemeente Borgo San Lorenzo.

De molen draagt de mooie naam Margheri-molen van Madonna dei Tre Fiumi. De watermolen uit 845 ( aldus de inscriptie op de gevel ) ligt op de Ensa-stroom. De eerste vermelding van de watermolen dateert van 1448.  Door molenaar Roberto Cerbai worden kastanjes gemalen om er olie van te maken. Naast Cerbai komen er ook beroemdheden uit dit dorp. Wat te denken van de schilder Giotto en de beeldhouwer Benvenuto Cellini. Hieronder staat links Cellini met zijn Perseus en Medusa-hoofd en rechts Giotto's Judaskus.

In de nabijheid van de Margheri-molen liggen ook nog de Molen van Razzaiole, van Faini, Valtellere, Santa Agata en Foralossi.

Een andere oude papierwatermolen, waar het hier om gaat, nu papiermuseum, is die van Museo della Carta Amalfi. De molen zou uit de 13e eeuw zijn.

De watermolen dateert van de 13e eeuw en men maakte er vooral schrijfpapier. De meeste papierwatermolens lagen in de beroemde Valle dei Mulini en het was een van de eerste plekken in Europa waar papier werd gemaakt. Hieronder staan een paar foto's van het museum in Amalfi, met o.a. de grote hamers voor de papierpulp en de antieke papierpers. In 1745 kreeg de molen een hollander, een wrijfrol. Op enig moment lagen er in Amalfi, aan de Via delle Cartiere, 16 papierwatermolens aan de Canneto rivier. Het beroemde papier van Amalfi heette Charta Bambagina, een bijzondere en kostbare papiersoort, die sinds de middeleeuwen in de stad Campanië werd geproduceerd.

Het genoemde papier dankt die mooie naam aan het specifieke maak-proces, dat gebruik maakt van vodden van linnen, katoen én witte hennep ( uit het floëem van de stengels van Canabis Sativa-planten ). Hieronder links de hennep en rechts de katoen.

De hennepvezel, de witte kleur van de pulp, maakt de vezel tot ideale grondstof om papier te maken, omdat ze niet chemisch gebleekt hoeven te worden.

Dan is er ook nog een oude Pauselijke papiermolen, die lag of nog ligt op de Castellano-rivier in Ascoli-Picena, vermoedelijk uit 1512. Het heet nu Museo della Cartiera Papele in Ascoli. Je ziet de pauselijke hand nog door de vellen papier gaan.

We hebben nog niet alles gezien. Wat te denken van Magnani Papiermolen in Pescia, aan de gelijknamige rivier, die beroemd was om zijn helder water, essentieel voor goed papier. De meeste van Europa's vorstenhuizen waren klant bij Magnani. Zelfs Napoleon Bonaparte liet zijn bruiloftsaankondigingen op speciaal watermerkpapier van Magnani maken, toen hij in 1810 trouwde met Maria Liusa D'Austria, dochter van keizer Franz II van Oostenrijk.

Het huwelijk was om de Vrede van Wenen, na de oorlog van Frankrijk en Oostenrijk, te bezegelen. Oostenrijk had de Slag bij Wagram in 1809 verloren.

Hieronder staat een afbeelding van de antieke papiermolen, als ansichtkaart ( die weer mooi in mijn verzameling ansichtkaarten zou passen ). Het complex dateert van 1404. Wat ? 1404 ? Iets eerder, in 1370, werd de eerste papierfabriek gesticht in Oostenrijk, in Eger. T'is un weetje ! 

In Toscane en wel in Pescia ligt het Museo del Papel di Pescia in het Cartiera le Carte (papiermolen), met als museaal doel de kunst van het verwerken en produceren van handge-maakt papier te behouden. 

Hieronder staan 7 filmpjes over het papier maken in Italië, in Toscane, in PESCIA en hierboven staat een korte film over dat ambacht. De films hieronder zijn: "Herinneringen aan een papier-maker", door Carlo Maganani.

Hoofdstuk 1 gaat over een vel papier, hoofdstuk 6 over de papiermakers en hoofdstuk 7 over handgeschept papier. Meester-papiermaker is in het Italiaans Maostro Cartaio. Ik zou willen zeggen, laat u verrassen en laat me weten wat u er van vindt. 

In het filmpje helemaal hierboven, onder de logo's van Magnani, is o.a. te zien, hoe men een WATERMERK borduurt in een schepraam.

Ik heb nog een verhaal over een Italiaanse watermolen, waar tot op heden papier met de hand wordt gemaakt. Ik heb het over de authentiek gerestaureerde papierwatermolen in Bevagna, in de provincie Perugia, wat vroeger Mevania heette. Hieronder staat de 'Maestro Cartaio'.

In zijn atelier La Cartiera Valchiera maakt 'Maestro Cartaio', meester-papiermaker Francesco Proietti als een virtuoos met de hand geschept papier. Hierboven staat hij, trots ! Centraal in dit levende museum staat het inpandige waterrad, dat de hamerbakken laat werken om de vodden tot pulp te stampen, alsof je op een piano speelt, maar dan ietsjes subtieler. Net als de innerlijke hamertjes van een piano, die op en neer gaan wanneer de noten worden gespeeld, zo hameren grote vierkanten boomstammen weg, energiek door het vallende water op het rad.

Het klinkt de maestro als muziek in de oren. Hij gaat te werk als een piano-stemmer en de hamers zijn Francesco's instrumenten. Er is een poeet aan hem verloren gegaan, lijkt wel. 

Als het papier geschept, gelijmd, geperst en gedroogd is, weet de maostro dat het papier klaar is, als het 'zingt', wanneer hij een vel papier in de lucht droog laat knisperen. Vervolgens wordt het papier gepolijst met een afgeronde steen totdat het oppervlak glad en plat is, gekalanderd. Of, op z'n Italiaans; met de Cialandratura, een blok glas, vuursteen of agaat (zo'n mooie blauwe steen) in een afgeknotte conische vorm met een gepolijste basis (hartstikke glad) en een handvat maakt de polijster, de Cialandratore het papier glad.

Tot zover het Italiaans verhaal over papier.

We gaan hieronder verder in Zwitserland.

Zwitserland

Hierboven een oude prent van Basilea en de oprichtingsacte, de Bondsbrief uit 1291 van Zwitserland, op perkament.

En het verhaal Zwitserland begint in Basel, aan de Rijn en wel bij de Basler Papiermühle, adres St. Alban -Tal 37. Het hoofdgebouw van het museum is de zeer oude Gallicianmühle. De oudste delen van de Gallicische Molen dateren uit de 12e eeuw. In die tijd liet het klooster van Cluniac van St. Alban een kanaal graven. Deze St. Alban Teich had zoveel waterkracht in zich, dat het voldoende was om 12 molens te laten draaien. Tien van deze watermolens waren papiermolens. Het huidige hoofdgebouw van het museum was oorspronkelijk een graanwatermolen, die van 1284 tot 1428 behoorde bij het klooster van Klingental. In Brabant waren destijds ook vele watermolens in bezit van abdijen en kloosters en priorijen.

In het jaar 1453 werd de graanmolen omgebouwd tot papierwatermolen door Antonio Gallizian.

Deze Gallizian was een telg van een Piemontse papiermakersfamilie. Zijn familie had de papiermolen tot 1521 in bezit, dit in verband met een politieke omwenteling. Na korte tijd kwam de familie Thüring of Düring in 1550 in bezit van de papiermolen.

Uiteindelijk nam de boekhandelaar én uitgever Johann Christoff Imhof-Burckhardt in 1778 het molencomplex over. Hij verving het productiegebouw aan de St. Alban-teich (dialect Dalbedych) voor een gebouw van 2 verdiepingen en een soort dakconstructie van gebinten, vermoedelijk bedoeld als droogzolder. In 1433 had Heinrich Halbysen een papiermolen vóór de Riehentor in Klein-Basel, maar verplaatste de papierproductie naar de St. Alban-vallei, waar de molens werden beschermd door de stadsmuren. En toch gaf hij in 1440 opdracht voor de bouw van een papierfabriek Allenwinden in de Riehentor, in Petit Basel.

Hierboven is Jean Miélot afgebeeld op een 15e eeuws miniatuurtje.  Een schriptor, schrijver uit de 15e eeuw en in die tijd ook nog secretaris van Filips de Goede. Naast schrijver was hij een manuscriptverluchter. Daar moet je niet al te luchtig over doen. Het verluchten is de tekst van een manuscript opfluffen met decoraties, initialen, fraaie randen of marginalia en miniatuur-illustraties. Papierwatermolens, die gedurende de eeuwen op de St.Alban-teich lagen, waren o.a. de Rheinmühle of Spiegelmühle, met twee raderen, van vóór 1422, de Rychmühle uit 1448, De Gallicische Molen uit 1453 en nu het papiermuseum Basel, de Almosenmühle, die van 1525- 1650 en van 1776-1925 papier maakte. Als laatste is daar nog de Herbergmühle ui 1752. De andere watermolens waren van een veel latere datum. De naam Rychmühle ( met de er tegenover gelegen Zunzgermühle) komt van de middeleeuwse eigenaar, de edele heer Heinrich Rych von Rychenstein. Als laatste over Basel; de Nederlander Cornelis van Lockhorst ( 1547-1617) stichtte de Compagnie der Duytse Papieren, die zich op grote schaal bezighield met de invoer van papier uit het hierboven genoemde Basel en omgeving. De genoemde Compagnie der Duytse Papieren was een papierhandel en over die handel besliste het Hof van Holland in 1623, dat de ontvangen gelden uit die handel onmiddellijk moesten worden belegd in de Oost-Indische Compagnie, die op zijn hoogtepunt was in de Gouden Eeuw, de 17e eeuw.

Via het mooie Basel kom ik terecht in het Zürich, wat komt van Turicom. Het werd een vrije, keizerlijke stad in 1262. In Zürich stromen de rivieren Limmat en Sihl en in de Limmat-stroom ligt het Papierwerdeiland. De naam 'werd' komt van het Oudhoogduitse 'werid', of van het Middelhoogduitse 'waarde', het eiland, riviereiland. 

In 1427 was er al die Papiermühle auf dem Werd Zürich, de Zürcher Papiermühle. Hieronder staat de molen. Verder van dit eiland lagen in de Limmat steigers vanaf de wal, waaraan watermolens lagen. De meeste molens lagen aan de Oberer Mühlsteg (steiger) en de Unterer Mühlsteg. Die steigers lagen er al vanaf de middeleeuwen over de Limmat, waarop 12 molens, waaronder ook papiermolens, draaiden op waterkracht van de Limmat.

Aan het einde van de 18e eeuw waren er maar liefst 32 molens in Zürich ! Op de kaart hieronder zie je links op het water de twee steigers mét watermolens. De kaart is gemaakt door Jos Murer, een cartograaf uit Zürich. Hij maakte ook fraaie gravures over dit onderwerp.

Op het genoemde riviereiland Papierwerd stond sinds het midden van de 15e eeuw een papiermolen. Het grote waterrad leverde 40 Pk en dreef 8 hollanders aan. Hier werd van 1471 tot 1888 papier gemaakt. Andere bekende én oude watermolens in Zürich waren de Paradies-mühle uit de 12e eeuw en de Spitalmühle uit 1278. Er lag zelfs sedert 946 een Stempelmolen op de Stampfenbach. Wie had dit alles gedacht in Zürich, of all places ! Moi non plus. 

We gaan nog even langs in Neuenburg, naar de papierfabriek van Serrieres sinds 1477. Hieronder staat hij in volle glorie.  

In sommige stadswapens kun je zien, dat er watermolens c.q. papierwatermolens gelegen hebben. Ik heb voor jou een paar mooie, kleurrijke gevonden. Kijk maar hieronder. Aan het wapen rechts, van Ittingen, kun je zien dat er naast een papiermolen ook een kruitmolen heeft gelegen.