België

De oudste papierwatermolen in het graafschap Vlaanderen stond al vóór 1389 in Houplines nabij Armentières en in de buurt van Rijsel. Hij lag op de rivier de Lys oftewel de Leie. Hieronder zie je de Leie stromen en de watermolens liggen.

In 1405 werd in de Zuidelijke Nederlanden  ( nu België ) in Huy of Hoei, op de samenvloeiing van de rivieren Maas, Hoyoux en Mehaigne, een papierwatermolen gesticht door vermoedelijk ene Jean L’Espagnol.

In 1428 werd in Gennep, toen behorend tot het hertogdom Kleef ( Nederland bestond nog niet) in het Heilig Roomse Rijk, en nu liggend in Noord-Limburg, een papierwatermolen op de rivier de Niers gelegd.

Dit werd gedaan door de Nijmeegse koopman, vermoedelijk Wilhem Boye.

Gennep werd in 1815 weer Nederlands !

Omdat de Niers een vrij krachtig debiet had ( en heeft ? ), werden er vroeger in totaal 52 watermolens aan de Niers gebouwd. Op de term debiet, een natuurkundige grootheid binnen de hydrologie, kom ik later terug. 

Iets later, in het toenmalige België, was in 1459  De Clippermolen , gelegen op de Ukkelbeek, een bijbeek van de Geleysbeek, ook een papierwatermolen. Deze Clippermolen, ook wel Papier-molen of Hameleermolen in Linkebeek (of, zoals het in de stukken staat, Clippermolen tot Linckenbeke gelegen achter pappiermolen ), was in 1459 papiermolen geworden en dateert van de 14e eeuw.  Ukkel telde toen 10, Dworp 7 en St. Genesius-Rode 5 papierwatermolens. Er was veel papiernijverheid ten zuiden van Brussel. 

In het jaar 1306, in ieder geval vóór 1321, lag er op de Molenbeek in het Belgische  Alsemberg-Beersel  een watermolen; het was toen een slijpmolen en banmolen. Later, in 1536 werd de watermolen omgebouwd tot een papierwatermolen, de Herisemmolen.

Winderickx, nog steeds eigendom van een Winderickx-telg. In die buurt ligt ook de Ensdelle-molen, ook wel Molen Tenbroek onder Alsemberg. De vroegste vermelding was in een cijnsboek uit 1321 en werd in pas 1857 omgebouwd tot papiermolen door papierfabrikanten, de weduwe Demeurs en haar zoon. Deze molen was een turbine-watermolen.

In Gent, Oost-Vlaanderen, werd aan het Visserij-sas nabij de Keizerpoort een onderslagwater-molen, genaamd 'Spijt wie het Benijdt', ook wel de Kleine Watermeulen of Papiermolen De Keysere genoemd. Hierboven staat de kaart van Gent, met rechtsonder een watermolen. De Gentenaar Pieter de Keysere, een boekhandelaar, drukker, boekbinder én papiermaker kreeg in 1527 toestemming om naast de Keizerpoort een watermolen te bouwen voor het vervaardigen van papier. Op de Visserij in Gent was ook ooit een papierwindmolen. Deze 'Spijt wie het Benijdt' werd in 1563 door de gemeente Gent gekocht als zijnde, staende aen de Keyser-poorte  Men noemde die molen destijds ook wel papierwatermuelen of pampiermeulen. 

Hierboven staat de Keyserspoort, Keizerpoort of Brusselsepoort afgebeeld bij de verschil-lende waterstromen. De poort lag tegen de Schelde-doorsteek, tussen de Muinkschelde, de tak van de Schelde, die Gent binnenstroomde en de Benedenschelde, de tak, die de stad Gent weer uitstroomde, net naast die Keizerpoort. Helaas , de watermolen brandde in 1886 af. Hieronder wordt de stad Diegem ook genoemd. Wat was daar aan de hand? In ongeveer 1660 werd in Diegem de papierwatermolen van Diegem gebouwd. Die papiermakerij bestond uit een wind- en watermolen en stond buiten het centrum van Diegem en lag aan de rivier de Woluwe, een zijriviertje van de Zenne, die behoorde tot het stroomgebied van de grote Schelde. In eerste instantie werd de molen opgericht als een papierwatermolen. De Hollanders staken de molen in 1700 in brand en werd in 1726 herbouwd door een Brusselnaar P. Bauwens. In 1734 werd een papierwindmolen erbij gebouwd, in de vorm van een ronde, stenen stellingmolen. In 1737 brandde de papiermolen weer af en daarop bracht men de papiermakerij over naar een water-molen in de Zesde Penningenstraat in Brussel, t.o. het oude Karthuizer klooster. Hieronder staat het complex in Diegem afgebeeld in een pentekening van Emile Puttaert uit 1871. Ik zeg, heel mooi.

In 1755 werd in Roesbrugge-Haringe ( Poperingen ) de Papiermolen Ryckaseys gebouwd nabij de rivier Ijzer. Het was een achtkantige stellingmolen van hout, één van de weinige papiermolens in het graafschap Vlaanderen van toen. Dat kwam, omdat de papierfabricage vooral een Brabant-se industrie was; de belangrijkste papiermolens werkten, draaiden in Brussel, Dworp, Ukkel, Vorst, Zaventem en Diegem.

Hierboven rechts zit Maria Theresia, met links haar keizerlijk wapenschild.

Dus, ......... kreeg ook Joseph François Ryckaseys in 1755 octrooi van de Oostenrijke keizerin Maria Theresia ( hierboven afgebeeld) om een papierwindmolen op te richten én gunsten inzake in- en uitvoerrechten op vodden ( de grondstof) en papier ( het eindproduct). In 1757 was de molen in werking met 18 arbeiders, die per dag 35 á 40 kilogram papier schepten. In 1770 was de productie 5 á 6000 riem papier, zo'n 3 miljoen vellen. Amai seg, goe gedaan !! De vodden voor de molen werden aangebracht door voddenrapers uit Ieper, die de stad en heel de streek afliepen.

 

Hierboven staat een papierwindmolen in/nabij Gent afgebeeld.

In 1760 was er schaarste aan vodden en werd de werking van de papiermolen bemoeilijkt. In Holland bood men het dubbele van de voddenprijs, die over de grens werden gesmokkeld om de Hollandse papiermolens te bevoorraden. In 1792 proberen de Fransen Roesbrugge in te nemen. De Oostenrijkse troepen, de Keizerlijke, moeten bescherming bieden en de molenaar Ryckaseys helpt daarbij. Hij gebruikt de molenwieken om op vernuftige wijze tekens te geven aan de Oos-tenrijkers. Hij draait zijn molen op de manier waarop de vijand aanvalt.  

In het jaar 1767 of 1785 ( de diverse beschrijvingen spreken van andere jaartallen) werd in Overzet, in Ekkergem aan de Leie de Windpapiermolen op Einde Were, Papiermolen Pilsen gebouwd door Franciscus Pilsen, papierfabrikant. Deze werd in 1853 gesloopt. Aan de genoemde Overzet stonden ooit 3 papiermolens; twee gecombineerde wind- en watermolens en 1 loutere windmolen, in bezit van dezelfde papiermakers. 

De gecombineerde molen was een watermolen, met erboven een windmolen. Of dit complex een echte watervluchtmolen was zoals in Kilsdonk, weet ik niet. Ik heb die vraag weggelegd bij de Belgische Molendatabank, bij Lieven Denewet en Herman Holemans. De genoemde papiermaker Pilsen kreeg in 1767 octrooi van de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia.

Het Oostenrijks hof had meerdere octrooien verleend in deze streek, onder anderen bij de papiermolen in Menen, de Papiermolen Claeyssens en in Roesbrugge-Haringe bij de papiermolen Ryckaseys. Terug naar Ekkergem bij Gent. Pilsen kocht later in die eeuw ook nog de Vestmolen ofwel de Molen van De Ronne, geen papiermolen echter. Hij kocht deze om zijn tweede papierwatermolen te kunnen laten draaien, anders zouden de vorige eigenaars van de Vestmolen dwars gaan liggen t.o.v. die 2e papiermolen. Probleem opgelost, iedereen in de goede papieren en om papier draaide het ( rad). Pilsen was in zijn tijd ook nog een befaamd schilder en graveerder. Het kunstschilderen leerde hij van Robert van Audenaerde. 

Van Ekkergem gaan we naar Menen, ook aan de rivier de Leie. Daar werd in 1789 een stenen stellingmolen Papiermolen Claeyssens gebouwd, nabij de vroegere Kortrijkspoort op de linkeroever van een Leie-arm, die heden ten dage gedempt is. In 1792 was de molen alweer verdwenen. Zoals eerder gezegd, het Oostenrijkse keizerlijk hof had in België een flinke vinger in de papierpulp. In de 18e eeuw wilde Oostenrijk de uitbouw van een eigen papierproductie in de Zuidelijke Nederlanden stimuleren.

Tot dan was men in Oostenrijk voor papier afhankelijk van de invoer vanuit Frankrijk en de Verenigde Provinciën. Daarom wilde, hevig gestimuleerd én gemotiveerd, Frans Willem Claeyssens-Benoit aan de vooravond van de Brabantse Omwenteling een stenen stellingmolen, een papierwindmolen, bouwen aan de Leie in Menen, in 1789.

De genoemde Brabantse Omwenteling of -Revolutie was een opstand van de Zuidelijke Neder-landen in 1789 en 1790 tegen het Oostenrijks gedag van keizer Jozef II, zoon van Maria Theresia. De Zuidelijke Nederlanden, ook wel de Oostenrijkse Nederlanden genoemd, is de verzamelnaam voor de tien tot elf provincies, die toen de Zuidelijke Nederlanden vormden, toen zij tussen 1715 en 1795 bestuurd werden door de Oostenrijkse tak van het Huis Habsburg-Lotharingen. 

Hij had zijn octrooi bekomen van keizer Jozef II om die molen te bouwen, maar ook om de benodigde vodden op dezelfde voet te kunnen kopen als voor andere uitbaters van papiermolens vergund was. Het octrooi kende de papiermaker economische gunsten, voordelen, toe zoals vrijstelling van belasting voor grondstoffen, vrijstelling van belasting op uitvoer- en tolrechten op het uitgevoerde papier.  De mulder kreeg ook vrijstelling op de inkwartiering van Oostenrijke soldaten. Echter, de politieke en militaire situatie maakten de levensvatbaarheid van de papiermolen al snel onmogelijk. De Fransen en de Oostenrijkers kregen het hevig met elkaar aan de stok.

Voorlopig de laatste papierwatermolen, die ik hier benoem, is de Watermolen van Lembeek oftewel Papeterie De Ruysscher in Lembeek.  Hij werd in 1675 al geschilderd door Constantijn Huygens II en is hieronder pontificaal te zien.

Helaas werd de Watermolen van Lembeek, die in 1838 nog papierwatermolen was, in 1994 gesloopt. Je kunt hem alleen nog in het Rijksmuseum zien ( en hier gelukkig !). 

België had ook een beroemde getijdenmolen. Die ligt nu nog in Rupelmonde en wordt, samen met andere in b.v. Hamme en Temse nader besproken in het hoofdstuk over deze aparte molens.             

Ik wil dit hoofdstuk in stijl afsluiten. Dit is een beeld uit 1619 ( het oorspronkelijke  !) van de beeldhouwer Hiëronymus Duquesnoy en in een archiefstuk uit 1452 : "daer dmenneken pist", genoemd. Wij kennen dit jongetje als Manneken Pis. In 1917 werd dit beeldje voor de zoveelste keer ontvreemd. De dader, Antoine Licas, wilde het als schroot verkopen, de sloeber. Hij werd veroordeeld tot 1 uur aan de schandpaal, hij werd aan de kaak gesteld. Voorts werd hij gebrandmerkt en als klap op de vuurpijl kreeg hij travaux à perpetuïté. En op het einde van dit verhaal wilde ik hiermee zeggen: "Ik ben uitgepist", genoeg geleuterd.

Maak jouw eigen website met JouwWeb