Nepal
नेपालमा पेपर बनाउने
Lokta papier ( Nepal) wordt gemaakt van de bast van de Lokta struik met de Latijnse naam Daphne Papyracea en groeit boven de 1600 meter in de bergen van de Himalaya.
De vezels van de Lokta struik zijn lang en daardoor is het papier erg sterk. De Daphne struik is een ondersoort van laurier.
Lokta is ook bekend onder de namen Baruwa en Kaagte Paat.
Oktober is de maand van de Lokta oogst en de overheid van Nepal gebruikt het papier voor haar documenten. De oudst bekende tekst op Lokta papier is een religieuze tekst, een kopie van de Karanya Buha Sutra, een boeddhistische tekst van ruim 1000 jaar geleden.
Teksten op Lokta papier kunnen wel 2000-3000 jaar goed blijven, leesbaar blijven !
Deze Karanya Buha Sutra was geschreven in de taal van Licchavi en was verwant aan het Gupta-schrift. Het werd gebruikt om Sanskriet, Newari en Bajjinha te schrijven.
Uit deze Sutra is de volgende, beroemde mantra ontstaan, namelijk:
Om Mani Padme Hum
Het Licchavi-koninkrijk bestond in het oude India (nu het hedendaagse Nepal) in de Kath-mandu-vallei van 400 tot 750 na Chr.
Het Gupta-rijk duurde van 320-550.
Koning Manadeva ( 464-505) was de eerste historische Licchavi koning.
Maharadjadhiraja Prithivu Narayan Shah was de eerste monarch van het huidige Nepal en de laatste heerser van het Ghorka-rijk.
Elk vel Lokta papier heeft een gladde kant en een ruwere, natuurlijker gevormde kant, die de zonovergoten kant wordt genoemd. Dit komt door de papiervorming op boxed schermen, waarop de papierpulp wordt geschept.
Eén kant van het papier vormt zich tegen het scherm, dat wordt gebruikt om de vezelpulp vast te houden. Bij nadere beschouwing ziet men vaak het fijne patroon van het scherm (net als bij vergé papier, mijn favoriet).
De andere kant, de zonovergoten zijde, vormt zich op natuurlijke wijze, terwijl de vezels bezinken, waardoor de natuurlijke texturen ontstaan, die Lokta papier zijn unieke gevoel geeft.
Het wordt veel gebruikt door o.a. schrijvers.
Het fijne van dit papier is dat het niet wordt behandeld met een bleekmiddel of andere schadelijke, chemische stoffen zoals bij ander papier, bijvoorbeeld bij dat in Nederland gemaakt.
Het is mij bekend, dat er in Kathmandu en in Bhaktapur papier wordt gemaakt op de ouder-wetse manier.
Reden om daar een keer te gaan kijken, als we weer een keer in het mooie Nepal zijn; misschien dit jaar of anders volgend jaar.
Populair spreekwoord c.q. gezegde in Nepal is:
Sirupate Khukuri ma Laha chha ki chhaina ?, oftewel: Heeft uw Sirupate khukuri genoeg ijzer ?.
Hierboven staan foto's van Nepal's symbool, de Khukuri, het persoonlijk mes van de Ghurka.
Hieronder zie je, hoe in of nét buiten Kathmandu het Lokta papier wordt gemaakt. Heel apart is, dat de vellen papier in hun schepraam buiten te drogen worden gezet. Een droogschuur is dus niet nodig. Prachtig om te zien, toch ?
Bhutan
In Bhutan, oftewel Druk Gyal Khap, was papier maken een belangrijk onderdeel van de Bhutanese cultuur en traditie. Vroeger werd dit door de mensen thuis gedaan, maar nu is er een kleine fabriek waar het papier op traditionele manier wordt gemaakt.
Belangrijkste grondstoffen zijn de bast van de Daphne Papyiro-boom en de Edgeworthia-plant.
De boombast wordt in water geweekt, vervolgens gekookt en gewassen. Na het sorteren van de vezels op dikte en kleur worden ze tot een pulpmassa vermalen en gemengd met water en de wortel van hibiscus, een natuurlijke lijmstof. Dan wordt de pulp op een rooster van hout en bamboe in een dunne laag uitgespreid en wordt het water eruit geperst. Het is duidelijk, dat de pulp op een soort schepraam komt, maar of er daarna nog gekoetst en gelegde wordt, is niet in zoveel woorden verteld of geschreven. Men zal toch op een of andere manier behandeld hebben, voordat men tot drogen overging. Het papier is nu klaar om het te laten drogen.
Het papier is zeer sterk en geschikt voor een veelvoud van doeleinden. Belangrijk feit is dat het Bhutanees papier 100 % milieuvriendelijk is. Er kan dus veel in het Dzongkha op geschreven worden.
In de historisch, religieuze manuscripten uit de 5e tot de 11e eeuw, vervat in de beroemde Manuscripten van Dunhuang werd een belangrijk figuur in Bhutan van toen vermeld. Het was Padmasambhava, oftewel Goeroe Rinpoche, de kostbare meester.
Tussen die handgeschreven manuscripten werd het oudste, compleet bewaard gebleven gedrukte werk ter wereld aangetroffen, een Diamant-soetra uit de Tang-dynastie uit China. Er werd nóg een juweeltje van een handgeschreven document, manuscript, aange-troffen en wel het verloren beschouwde taoïstische boek, de TaoTe Ching, van de filosoof LaoTse.
India
In het buurland van Nepal en Bhutan, het mooie oude India, werd, en wordt nog, ook papier gemaakt. O.a. in Sanganer, 16 kilometer zuidwestelijk van Jaipur ( Pink City), waar op traditionele islamitische wijze papier wordt gemaakt. Zie hieronder ! Het reservoir voor de pulp, een schepraam e.d.
Dit wordt daar gedaan door leden van de Kagzi Mohalla, een gemeenschap van papier-makers. Deze clan van 'Khanzad Kagzis' ( papiermakers ) kwam van ver, heul wijd weg. Alleen hun naam al, een afgeleide van het Perzische woord voor papier, Kagaz. In de oude taal, het Urdu, wat voor de splitsing in Pakistan en India in die streek werd gesproken, betekent Kagzi papiermaker. Tijdens het Akbar-tijdperk (1556-1605), de 3e Mughal-keizer wordt de stad Sialkot onder het bewind van Raja Man Singh geplaatst en in die tijd ook migreerden papiermakers uit Kasjmir naar dat Sialkot.
Deze stad, nu in het huidige Pakistan, werd later bekend als dé bron van het alom gewaardeerde Mughal Hariri papier, bekend om zijn briljante witheid en papiersterkte. en werd op grote schaal gebruikt. Sommige van de Sialkot-papiervellen waren zeer fijn en andere met de hand gemaakte delen waren dik en ruw. Dat dikke papier werd bewust gebruikt voor de Bahi Khata, registers, een geprefereerd medium voor financiële administratie.
Niemand kon de geschreven tekst wissen c.q. veranderen, omdat de inkt de lasgen van het papier binnendrong en er dus geen veranderingen/gesjoemel/frauduleuze handelingen/ver-valsingen mogelijk waren. Slim van die papiermakers ! Hieronder staan schilderijen van de van oorsprong Oezbeekse Babur (links) en de Slag bij Panipat, waar hij Ibrahim Lodi ver-sloeg in 1526 en papiermakers uit het toenmalige Turkije meebracht. Babur was een man met een visie voor een groot rijk. Het schijnt, dat zijn achterachterkleinzoon de fameuse Sjah Jahan was, die de Taj Mahal liet bouwen, maar dat efkes aan de kant ( of terzijde ).. Deze Zahir-ud-din-Mohammed BABUR stichtte het Mogulrijk, dat van 1526 tot 1858 bestond. Die Turkse papiermakers moesten papier en perkament maken voor de Mogul rechtbank. Rond 1586 richtte Raja Man Singh, toenmalig gouverneur van Kaboel, de papierindustrie op in Sialkot (Pakistan), dat in die tijd werd erkend als het meest vooraanstaand papierproductie-centrum tijdens het Mughal bewind van keizer Akbar, de derde keizer van het Akbar-tijdperk. Hij was keizer tot 1605. Het was in die tijd, dat o.a. papiermakers uit Kashmir migreerden naar het genoemde Sialkot.
Sialkot werd later bekend als de bron van het gewaardeerde Mughal Hariri-papier, alom bekend om zijn briljante witheid en papiersterkte.
Sialkot was destijds ook een centrum van islamitisch denken en wetenschap en vanwege de wijdverspreide bereikbaarheid van het papier ( wie kan er zonder ?) trok het van overal geleerden aan. De ene soort hier gemaakt papier was zeer fijn, de andere soort dik en ruw.
Het dikke papier werd gebruikt voor de Bahi Khatas ( registerboeken, kasboeken ), een geprefereerd medium voor financiële administraties. Het voordeel van dit papier was, dat niemand de geschreven tekst kon wissen, omdat de schrijfinkt de lagen van het dikke papier binnendrong en er dus geen verandering / gesjoemel / vervalsing mogelijk was. Slim ! In Sialkot, aan de rivier Chenab, werd dus de best kwaliteit papier ( Kagaz, Perzisch woord voor papier ) ontwikkeld door de Kagzi-gemeenschap of -mohalla en ter ere van Raja Man Singh werd het papier ook wel Man Singh Shaki-papier genoemd.
Er wordt gezegd, dat in eerste instantie de Khanzad Kagzi-familie met 17 leden zich vestigde in Brahmapuri, in Amber. Het daar beschikbare water paste echter niet bij hun papierproductieproces en nog later dwong een tekort aan zuiver water bij Brahmapuri de Kagzi's om naar Sanganer te verhuizen, waar wel voldoende en helder water was. Dit was essentieel voor het maken van goed papier, nú nog. Sanganer is een plaatsje 16 kilometer zuidwestelijk van de Pink City Jaipur in Rajasthan. De handgemaakte papiermakerij in en rond Jaipur begon in 1728 met een idee van de toenmalige heerser Maharadja Sawai Jai Singh II, de stichter van Jaipur. Deze Jai Singh was ook de opdrachtgever voor de bouw van het beroemde observatorium in Jaipur ( en in andere steden zoals Delhi), hieronder te zien. De tijdsweergave van dit bouwsel klopte met mijn toenmalige ESPRIT-horloge. Jai Singh was in zijn tijd een geleerd man, erg bij de tijd zeg maar. Bij tijd en wijle had hij ook tijd zat. Hij had terdege in de smiezen dat de tijd vleugels had en geen teugels; de tijd vloog en hij kon de tijd ook niet stoppen. De ontwikkelingen volgden elkaar snel op en dus dacht hij wellicht: " Met tijd en vlijt geraakt men wijd ".
Maar even terug naar Sanganer. Daar is heden ten dage de Kagzi Mohalla, de gemeenschap van papiermakers. Het begon met de oude Mohammed Husain Kagazi, die al op de tradi-tionele, islamitische manier papier maakte en werd opgevolgd door zijn zoon Zakir Husain, die met zijn twee zoons de traditie voort zet. Hoe gaan zij te werk, wat gebruiken zij, wie doet wat ? De vezels voor hun papier zijn van sunn oftewel hennep, dat zij uit de deelstaat Uttar Pradesh halen, naast Rajastahn. Vroeger groeide die sunn in overvloed aan de rivier in Jaipur, maar de kwaliteit van het water verslechterde en dus ook van de vezels van de hennep en kon men geen mooi wit papier maken. Dan maar naar Uttar dus.
Hieronder ziet u de papierwinkel van de familie Kagzi en Sanganer. Kleurig geheel.
In Sanganer weven de vrouwen van de Kagzi-mohalla een grasmat of chapri, die het vormoppervlak vormt waarop de geschepte pulp bezinkt. Voor die chapri gebruiken de vrouwen de stengels van een bepaalde grassoort die langs de rivier groeit. Om de gewenste lengte te bereiken, worden de grasstelen aan elkaar gesplitst m.b.v. de dunne en stevigere bovendelen van de stelen. Dat proces van splitsen en weven is zeer nauwgezet en kan maanden duren. Die chapri is/wordt geweven m.b.v. een frame. Na het scheppen wordt het papier geborsteld met een borstel van lisdodde of bulrush. De vrouwen vegen de geperste vellen papier tegen of op de muur om te drogen in de zon; in de woestijn is het sowieso heet tot zeer heet, weet ik uit ervaring. Het drogen gaat snel en als het papier écht droog is, worden de eventuele verdwaalde vezels, die de kop opsteken, weggeschuurd met een poreus borst-been van een kameel.
De klein-formaat-vellen worden met de hand gepolijst en wel met een gladde agaatsteen, zoals hierboven afgebeeld. De grote vellen gaan door de kalander-rollen, zoals vroeger de foto's door de glanspers gingen om een glad oppervlak ( en scherp te lijken) te krijgen.
Van hieruit gaan we héél ver naar het Oosten, om onze papierzoektocht te vervolgen. We beginnen, in Spanje en Portugal, beide op het Iberische Schiereiland, zoals dat zo mooi heet.
Ik zou zeggen: "Venha, vamos". Maar eerst nog langs Mexico. Ook "Vamos" dus.
Maak jouw eigen website met JouwWeb